Vief in gesprek met Bart Somers

dinsdag, 13 april, 2021

Ouderenvereniging Vief zal dit en volgend jaar de verschillende aspecten van toegankelijkheid in haar werking aan bod te laten komen. Met de start van dit nieuwe werkthema, leek het ons een goed idee om na te gaan of de overheid over een visie en een beleid beschikt dat oog heeft voor het bevorderen van de toegankelijkheid en de betrokkenheid van burgers tot onze samenleving. Vlaams Minister Bart Somers van Samenleven en Binnenlands Bestuur stond ons met veel enthousiasme te woord. 

Door de coronacrisis vindt het interview langs digitale weg plaats. Het is niet zijn enige digitale vergadering van de dag. De minister vertelt dat er soms wel eens 12 uur op een dag vergaderd wordt. “Dit kan vermoeiend zijn en mettertijd kan het digitaal vergaderen soms vervelend worden omdat het een heel andere manier van vergaderen is. De informele gesprekken tussendoor vallen weg en daardoor gaat er heel veel waardevolle gedachtewisseling verloren.” 

Welk effect zal de coronapandemie hebben op de samenleving en haar toegankelijkheid?

"Ik ben ervan overtuigd dat er na de coronacrisis een gezonde mix van levensstijlen zal blijven bestaan waardoor het leven niet volledig zal veranderen. Het digitale aspect zal niet meer weg te denken zijn. We zitten in een digitale evolutie en dit zal niet stoppen. Als samenleving zullen we een weg inslaan die kansen creëert waarbij ook de toegankelijkheid centraal zal staan. Het concept van toegankelijkheid is vandaag gewijzigd. Daar men vroeger dit begrip enkel  als fysieke toegankelijkheid zag, is dit idee nu breder. Hiernaast zie ik nog drie andere dimensies binnen het begrip. Ten eerste de digitale toegankelijkheid waar toegang tot nieuwe media en informatie centraal staat. Vervolgens kansentoegankelijkheid waar iedereen toegang moet krijgen tot gelijke kansen. Tenslotte is het streven naar een inclusieve maatschappij ook een dimensie van toegankelijkheid. Zeker in een samenleving die verkleurt, moeten we er voor zorgen dat we niet naast elkaar gaan leven. Een gemeenschap waarbinnen men elkaar wantrouwt, zal de toegankelijkheid niet ten goede komen. Open staan voor mensen met een andere sociale achtergrond, werkt verrijkend en stimuleert de wederzijdse toegankelijkheid. Op die manier kan er sprake zijn van een samenleving waar mensen zich beter voelen waardoor er voor iedereen meer vrijheid gecreëerd wordt en laat het net dat zijn dat zo belangrijk is voor een liberale politicus. 

Ik ben zelf opgegroeid in de jaren ’70 – ’80. De maatschappij was toen helemaal anders. Toen ik studeerde, bestond het internet nog niet en had ik nog nooit met een computer gewerkt. Om met mijn vrienden bijvoorbeeld op café te gaan, dienden we de plaats en tijdstip telefonisch op voorhand af te spreken. Het leven was toen meer gestructureerd. Nu hebben we een evolutie meegemaakt, waarin het digitale aspect een grote rol speelt.

Heel veel van wat we leren en vernemen, gebeurt immers via digitale kanalen. Het is van belang om te zorgen dat er geen digitale kloof ontstaat of om deze zo veel mogelijk in te perken. Deze kloof is niet enkel leeftijdsgebonden. Het zijn dus niet enkel ouderen die hier problemen mee ondervinden. Ook andere groepen in de samenleving worden met digitale problemen geconfronteerd. 

Als beleidsmakers zijn we er ons van bewust dat de pandemie een grote invloed zal hebben op de toekomst. De Vlaamse regering heeft net zoals alle andere regeringen een plan klaar voor de periode na deze crisis. Er moet gezorgd worden dat de economie terug op gang komt Economische groei genereert middelen die we nodig hebben om de sociale zekerheid te financieren."

Wat houdt dat plan dan precies in? 

"Vlaanderen heeft hiervoor 4,3 miljard uitgetrokken. Van deze som gaat er 800 miljoen naar het versneld digitaliseren van onze samenleving. Bedrijven, onderwijs, het inburgeringsbeleid… maar ook de overheid zelf zal meer van op afstand georganiseerd worden. Omwille van de coronapandemie hebben deze instanties nu al een grote sprong vooruit gemaakt. Drieënzeventig procent van de gemeentebesturen gebruikt vandaag digitale tools waarover ze een jaar geleden nog niet beschikte. Het is belangrijk om in deze evolutie blijvend te investeren. Als samenleving hebben we nu een digitale sprong moeten maken en de regering ziet daar heel veel voordelen in. 

Er wordt afgestapt van het idee dat alle ambtenaren bij de Vlaamse administratie over een eigen bureau moeten kunnen beschikken. Dit werkt kostenbesparend. Het comfort voor de burger wordt tevens verhoogd. Vandaag beslist de overheid wanneer je naar het stadhuis moet komen. Als burger dien je je op een voorgesteld tijdstip naar een gemeentelijke dienst te begeven, je moet je schikken naar de overheid. Wanneer alles digitaal beschikbaar zou zijn, kan de burger op elk gewenst tijdstip de nodige administratie in orde maken. Dit is de inhoud van het idee ‘gemeente zonder gemeentehuis’ waar nu aan gewerkt wordt. Er zal natuurlijk wel nog de mogelijkheid bestaan om fysiek contact te hebben en dus effectief naar het gemeentehuis te kunnen gaan. Die keuze moet nog steeds mogelijk zijn, maar het basisidee is dat je wel het recht hebt om alles digitaal te regelen.

Om dit te organiseren, moet de overheid er voor zorgen dat de burger toegang heeft tot het internet en dat hij over de kennis beschikt om ermee aan de slag te gaan. Als antwoord op het probleem van de digitale kloof, zal er ingezet worden op het creëren van opleidingskansen en e-inlcusie. Daarvoor worden er voor  50 miljoen middelen vrijgemaakt.

Van deze som zal 30 miljoen worden ingezet op een digitale Uitpas. Gemeenten gebruiken dit reeds om mensen met een bescheiden inkomen de kans te geven om bijvoorbeeld aan een goedkoper tarief naar een museum te gaan.  Deze Uitpas zal uitgebreid worden met een internettoegang want dit is namelijk voor velen nog een duur gegeven. 

Daarnaast zal er 20 miljoen geïnvesteerd worden om mensen digitale vaardigheden bij te brengen. Op die manier kunnen we de kloof kleiner maken en overbruggen. We zullen via projectoproepen werken waar middenveldorganisaties zoals Vief maar ook lokale besturen zich op kunnen inschrijven. Op die manier wil de regering de creativiteit voor verschillende projecten opwekken. Een bijkomend doel is dat iedere gemeente in 2024 een e-inclusiebeleid moet hebben om dit aspect te kunnen garanderen."

Naast digitale toegankelijkheid sprak u ook over kansentoegankelijkheid en het streven naar een inclusieve maatschappij. Kunt u dit meer toelichten? 

"Iedereen moet een gelijke kans krijgen om te kunnen participeren aan de maatschappij. Gelukkig is er op dat vlak al veel veranderd. Denk maar aan de positie van de vrouw of het homohuwelijk dat nu mogelijk is. Als Minister van Gelijke kansen vind ik dat er hiervoor blijvend oog moet voor zijn, ook voor de kansen van de ouderen in de samenleving. Er is al sprake van een decreetwijziging die een betere bescherming biedt voor mensen die bijvoorbeeld gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. Deze discriminatie geldt ook voor de 55 plusser. Nogal wat werkgevers staan huiverachtig tegenover de aanwerving van mensen met een zekere leeftijd. Het decreet wil onder andere ook deze discriminatie tegengaan. 

Vaak zijn we de gevangenen van vooroordelen waardoor we heel veel talent laten gaan. Deze kunnen dan niet bijdragen tot onze welvaart. Dit geldt niet alleen voor de ouderen. Drieëntwintig procent van het verzorgend personeel bestaat uitmensen met een migratieachtergrond. Als we deze krachten niet hadden tijdens deze coronacrisis, dan zaten we nu met een fenomenaal probleem. We leven nu eenmaal in een wereld waar diversiteit en migratie een feit is. Deze uitdaging moeten we aanpakken want door ons te focussen op de positieve aspecten van het samenleven creëren we ook toegankelijkheid. 

Ik geloof heel sterk in de inclusieve samenleving. Ons openstellen voor mensen uit verschillende sociale groepen zorgt ervoor dat we onszelf niet gaan beperken. Het is bijvoorbeeld ook heel verrijkend als verschillende generaties met elkaar in contact komen en men zich niet enkel met gelijkgezinden omringt. Een samenleving wordt pas waardevol wanneer mensen die verschillend zijn elkaar ontmoeten in verschillende omstandigheden zoals samen in een klas zitten of samen in een buurt leven. Het is ook een manier om de segregatie in de maatschappij tegen te gaan maar bovenal dien je het voor jezelf te doen. Wie de vrijheid lief heeft, vecht tegen de segregatie en die zoekt de andere op en is geboeid door verschillen.

Wat mensen jong houdt is de openheid van geest en het opzoeken van prikkels. Daarom is het ook belangrijk dat ouderenorganisaties bestaan. Maar men moet zich natuurlijk niet enkel opsluiten in de eigen ouderenvereniging. Je bent namelijk burger, mens… en niet enkel ‘oudere’."

Houdt u bij het uittekenen van het beleid rekening met ouderen? 

"Iedereen dient nauw aan te sluiten bij realiteit van de samenleving. Het idee dat politici in een ivoren toren zitten, slaat op niets. Wanneer ik als politicus een bepaalde visie heb, is die niet ontwikkeld op een berg. Alle politici zijn met andere mensen geconnecteerd. Als je als persoon ideeën begint te vormen over hoe een samenleving er moet uit zien, is dat in interactie met wat je zelf denkt, wat je gelezen hebt maar ook wat je opsteekt uit gesprekken met mensen en organisaties."

Heeft uw ervaring als burgemeester van Mechelen hier ook een rol in gespeeld? 

"Die ervaring is voor mij van groot belang. Bij het opstellen van beleidsplannen sta ik meer met de voeten op de grond omdat ik kan buigen op heel wat praktijkervaring. Als burgemeester krijg je meer inzicht in de samenleving want je leert de menselijke natuur kennen.

In deze functie word ik ook geconfronteerd met de toegankelijkheid binnen een stad, net omdat ik die interactie had met zijn burgers. Bij de klassieke fysieke toegankelijkheid word je hierop als burgemeester aangesproken. Maar ook wanneer je bijvoorbeeld iets digitaal onderneemt en je bereikt de doelgroep niet, kan je meteen nadenken en reflecteren over hoe dat komt."

We sluiten het gesprek af met een reflectie over de boeiende uitdagingen die ons te wachten staan.. De wereld is op verschillende vlakken meer toegankelijk dan vroeger. We kunnen meer reizen, hebben meer en snellertoegang tot informatie… maar staan natuurlijk ook voor nieuwe uitdagingen die we blijvend moeten aangaan en waarin toegankelijkheid nog steeds een sleutelbegrip blijft. 

 

- Linde Meirlaen

 
 
 
 
 
 
ga terug